De Fakkel

Onder de titel Die Fackel publiceerde de Weense dichter, schrijver en journalist Karl Kraus (1874-1936) vanaf 1899 tot aan zijn dood een tijdschrift dat driemaal per maand verscheen en dat hij vrijwel geheel alleen vol schreef.

Kraus was een ongenaakbaar cultuurcriticus met een scherpe blik en een scherpe pen en met een nauwelijks te evenaren afkeer van prietpraat en propaganda. Zijn leven lang verzette hij zich tegen ‘oorlog en domheid’ in het algemeen en tegen de Eerste Wereldoorlog in het bijzonder.

Alle afleveringen van Die Fackel zijn integraal en doorzoekbaar op het internet beschikbaar gemaakt door de Oostenrijkse Academie van Wetenschappen.

De titel van deze weblog is een eerbetoon aan Die Fackel en aan de onverzettelijkheid van Karl Kraus, Wener in hart en nieren en zoals elke ‘echte’ Wener zugereist:  allochtoon in eigen land.

 

Man frage nicht, was all die Zeit ich machte.

Ich bleibe stumm;

und sage nicht, warum.

Und Stille gibt es, da die Erde krachte.

Kein Wort, das traf;

man spricht nur aus dem Schlaf.

Und träumt von einer Sonne, welche lachte.

Es geht vorbei;

nachher war’s einerlei.

Das Wort entschlief, als jene Welt erwachte.

 

Karl Kraus, Die Fackel 888 (Oktober 1933) 4.

 

Vraag mij niet wat al die tijd ik deed.

Ik blijf stom

en vertel u niet waarom.

En stilte heerst er, sinds de aarde spleet.

Geen woord, dat trof;

men spreekt slechts in zijn slaap

dromend van een zon, die lachte.

Het zal wel overgaan,

dan was het om het even.

Het woord, toen die wereld wakker werd, het overleed.